Via Garibaldi in Città della Pieve (eigen kiek)

Zal ik weer gaan roken?

Afgelopen week keek ik naar de film Het leven is verrukkuluk gebaseerd op het gelijknamige boek van Remco Campert. Opvallend is dat veel personages in de film roken. Tuurlijk, dat past in het tijdsbeeld. Bij mijn ouders thuis stonden de sigaretten – met en zonder filter – in glaasjes op tafel als er visite kwam. ‘Rokertje …? Neem gerust!’ Mijn beide ouders rookten toen ik jong was. Mijn vader Camel – hoewel er een dromedaris op het pakje stond en hij mij daar meer dan eens op wees – en mijn moeder Kent. Ik sabbelde jaarlijks in december aan chocoladesigaretten tot ik de gesmolten chocola vermengd met papierkrummels doorslikte, bij wijze van inhaleren. Je kunt het je nauwelijks meer voorstellen. In huis roken, waar je kinderen bij zijn is in de laatste 20 jaar volledig verdwenen.

Toch heeft het wel wat, roken. Naast auto’s en bier, die ook wel wat hebben, zijn sigaretten het meest gevoelig voor branding. Ik ben in elk geval een heel bewuste merkroker geweest. Ik ben op late leeftijd begonnen, ik was 27. Voor die tijd heb ik verschillende pogingen gedaan om te beginnen, maar die zijn telkens mislukt. Ik moest steeds hoesten. Toen ik het inhaleren enigszins onder de knie had, duurde het slechts korte tijd om een verstokte roker te worden. Ik begon de dag met een kop koffie en een paar sigaretten van het merk Winston. Een fijn, beetje zoetig sigaretje dat juist in de ochtend heel goed smaakte. Na het ontbijt schakelde ik over op Chesterfield, een stoffig rokertje dat me tot het middaguur vergezelde. Na de lunch ging ik verder met Lucky Strike. Eigenlijk was dit mijn sigaret in allerlei opzichten. Het fraaie witte pakje heeft veel weg van de Japanse vlag. De rode bal met een groenzwarte cirkel eromheen biedt plaats aan de merknaam. Het logo is ontworpen door Raymond Loewy die onder andere ook de beeldmerken van Spar, Exxon en Shell heeft bedacht. Ik kan me goed herinneren dat er onder Lucky Strike It’s toasted stond. De tabak wordt niet gedroogd in de zon, maar wordt geroosterd. De smaak was in elk geval top. Ik rookte die sigaret de rest van de middag door tot laat in de avond. En voor het slapengaan nam ik een Craven”A”. Zwaar en scherp. Lekker man!

Hier in Italië wordt ook minder gerookt, terwijl je bij een ‘Tabacchi’ voor een pakje Marlboro van 20 stuks €3,60 betaalt. In Nederland ligt de prijs bijkans driemaal zo hoog. Vroeger (vooral van 1970 tot 2000) was hier MS een populair merk. Een gortdroge, goedkope en slecht geproduceerde sigaret. Niet zelden doofde de sigaret een paar keer tijdens het roken. Alsof het een pijp was. De Italiaanse plastic lucifers die je uit een pakje moest scheuren waren vaak eerder op dan het pakje sigaretten. MS staat trouwens voor ‘Messis Summa’ (Latijn voor ‘de beste oogst’) en niet voor ‘Monopoli Statali’ wat ik altijd heb gedacht. Door antirokers werd gesuggereerd dat MS ‘morto subito’ of ‘morto sicuro’ (plotseling of zeker dood) betekende. Dat het merk van de sigaret bijdroeg aan wie je was, heeft mij 14 jaar een ander aanzien gegeven. Zal ik weer gaan roken …?

Bekijk de trailer bij deze column, die ik opnam in de Via Garibaldi in Città della Pieve: https://bit.ly/3KTz6Gx 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meer
columns