Waarom horen we niets van de ‘dierbare vriendinnen’ van Baudet en de NS-conducteurs in burger? Deze week verbaas ik me – en ongetwijfeld velen met mij – over de reacties op de ‘treintweet’ van Thierry Baudet. Ik volg hem niet, maar ik veronderstel dat hij dit soort tweets voortdurend de wereld in stuurt.
Behalve over de onjuistheid van de feiten – en dat de gewraakte tweet is gebaseerd op veronderstellingen die niet blijken te kloppen – struikelt half Nederland over Baudets vooroordelen jegens Marokkanen en dus over zijn ronduit discriminerende uitspraak. Dat hij discrimineert en niets moet hebben van (in Nederland geboren) mannen van Marokkaanse afkomst is helemaal niet nieuw. En het is ook algemeen bekend dat hij zijn boodschap zo brengt dat hij niet vervolgd kan worden. Als een politicus dus, met veel meel in de mond. Waar maakt iedereen zich druk om? In mijn ogen is er niets nieuws onder de zon. Hij maakt ook geen excuses voor zijn discriminerende uitspraak. Het is immers heel gebruikelijk dat politici hier 75 jaar mee wachten tot er een geschikt moment komt om die te maken. Gevoel voor theater kan politici niet worden ontzegd. Baudet wacht ook bewust lang alvorens hij zich publiekelijk vertoont om een toelichting te geven, die hij vervolgens natuurlijk niet geeft. Laat de discussie zich maar in de media voltrekken. Zijn boodschap is ruimschoots uitgemeten, hoewel zijn tweet nog geen 250 tekens bevatte. Hoewel ik denk dat het geen vooropgezet plan is geweest – want daarvoor is het voor Baudet te perfect verlopen – is deze treintweet een schoolvoorbeeld van hedendaagse propaganda. Wat iedereen er ook over gezegd heeft, de enige boodschap die is blijven hangen is dat Marokkanen een bedreiging zijn voor onze maatschappij. Een mening die Wilders natuurlijk ook lang verkondigt en deze week weer heeft verdedigd in zijn ‘minder-Marokkanenproces’ dat al zes jaar loopt. Ik ben ervan overtuigd dat hun onderlinge rivaliteit hen parten gaat spelen. Een hoop geschreeuw en weinig wol. Zowel Wilders als Baudet zijn als honden die een grote stinkende boodschap produceren, maar niet weten hoe ze die moeten opruimen.