Maf! Wat gebeurt er? Hoe is ’t mógelijk? Dat kán helemaal niet! En meer van dit soort kreten van verwondering slaakte ik bij het op slot gaan van Nederland afgelopen zondagavond. Nadat de minister het nieuws bekend had gemaakt gleden in cafés de voorlopig laatste biertjes de kelen binnen. Op de Wallen moesten prostituées het werk binnen een kwartier uit de handen laten vallen. Ik stel me zo voor dat de deur van een peeskamer openzwaaide en dat de bazin van de tent zei: je krijgt nog een kwartier van de minister en dan is het klaar!
Iedereen houdt zich aan het ‘decreet’ van de minister, omdat iedereen de noodzaak ervan inziet. Vijf weken geleden speculeerden analisten over een mogelijke recessie, zich nog baserend op economische logica en resultaten uit het verleden. Half maart wist je niet beter dan dat ‘viraal gaan’ een term was voor een populair onderwerp op social media. Het is niet te bevatten wat ons overkomt. Het ergste is dat de horeca dicht is! Het is pas crisis als de wijn op is, is een tegeltjeswijsheid die de recessie van 2008 relativeerde. Op dit moment is buiten de deur droogstaan een bikkelharde waarheid. De horeca is nu eenmaal de Haarlemmerolie van de maatschappij. Zonder horeca loopt de samenleving vast. Zonder horeca ligt het openbare leven stil. Ik zie uit naar het moment waarop we ontwaken uit deze nachtmerrie.
Aan de andere kant spreken veel ondernemers hun creativiteit aan en verzinnen een list. Saamhorigheid viert hoogtij. Applaus is er voor alle hardwerkers in de zorg. De regering trekt ruimhartig de portemonnee. Het aantal woninginbraken daalt, omdat iedereen thuis is (zouden inbrekers ook in hun gederfde inkomsten gecompenseerd worden door de overheid?). Huwelijken wordt nieuw leven ingeblazen. Leveranciers van wc-papier hebben nog nooit zo’n grote ‘rol’ gespeeld als nu. Zo heeft elke crisis een keerzijde.